Uitleg van ABP over tegenstrijdige berichten over indexatie van pensioenen

Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) heeft uitleg gegeven over het wel of niet aan kunnen passen van de pensioenuitkeringen aan de koopkrachtontwikkeling. De Werkgroep Ouderenbeleid PvdA Drenthe had in een brief van 4 januari 2021 aan het bestuur van het ABP gevraagd uit te leggen hoe het komt dat er zoveel uiteenlopende meningen over bestaan.

Strekking van het antwoord van ABP
Personen die van mening zijn dat de pensioenfondsen zoveel inkomsten en vermogen hebben, dat pensioenuitkeringen verhoogd kunnen worden, houden geen rekening met verplichtingen die wettelijk zijn vastgelegd. De pensioenfondsen moeten buffers aanhouden, die waarborgen dat komende generaties ook verzekerd zijn van een goed pensioen. De omvang van die buffers is sterk afhankelijk van de wettelijk bepaalde ‘rekenrente’. Deze is gekoppeld aan de hoogte van de marktrente, die onder de huidige omstandigheden erg laag is en soms zelfs negatief. Die lage marktrente brengt met zich mee dat pensioenafdrachten waarmee obligaties worden gekocht, zeer weinig vermogensgroei opleveren. Hoe lager de verwachte vermogensgroei is, hoe groter de buffer moet zijn om pensioenuitkeringen van gewenste hoogte in de toekomst te waarborgen.
Het achter de hand moeten houden van grote vermogens laat geen ruimte om nu de pensioenuitkeringen aan te passen aan de koopkrachtontwikkelingen. Aldus het ABP.

Overigens is er ook veel kritiek op de inhoud van de wettelijke verplichting die de omvang van de buffers voorschrijft. Die omvang zou groter zijn dan nodig, vindt een deel van de critici.

Het toekomstige pensioenstelsel
In het antwoord van het ABP wordt ook kort ingegaan op het nieuwe pensioenstelsel, dat naar verwachting uiterlijk in 2026 ingevoerd zal worden. Er is een hoofdlijnenakkoord over het nieuwe stelsel, maar er moet nog veel uitgewerkt worden. De uitkeringen worden vanaf 2026 minder afhankelijk van de (nu nog lage) rente en zullen meer gaan meebewegen met de economie. Het is echter moeilijk om nu al aan te geven wat dit nieuwe stelsel voor de deelnemers aan de pensioenfondsen precies gaat betekenen.

Discussie over overgangsperiode tot 2026
Een deel van de discussie gaat ook over de invulling van de overgangsperiode tot 2026. Het bestuur van het ABP verwacht niet dat er in deze overgangsperiode en bij ongewijzigd rijksbeleid ruimte zal zijn voor verhoging van de pensioenuitkering. Er is zelfs nog geen zekerheid, dat er niet op de pensioenuitkeringen gekort gaat worden.
Op de website van het ABP staat er dit artikel over.

Plan van de PvdA
Op 13 maart 2021 heeft fractiewoordvoerder Gijs van Dijk het volgende bericht uitgebracht:

Gepensioneerden worden al jaren geraakt door het gemis aan indexatie van hun pensioen. Per saldo gaan ze er op achteruit met hun pensioen. Kunnen zij, door de almaar stijgende kosten voor, de boodschappen en de rekeningen nog wel betalen? Of loopt hun pensioen het risico, ondanks de enorme rendementen van hun pensioenfonds, gekort te worden? Als je jarenlang hard hebt gewerkt, wil je kunnen genieten van een onbezorgde oude dag.

En dat wordt steeds moeilijker. Als je een zwaar beroep hebt, kan je nog steeds niet altijd eerder stoppen met werken. Maar ook het huidige pensioenstelsel functioneert onvoldoende. Pensioenfondsen moeten zich nu arm rekenen voor een zekerheid die niet bestaat. Dat moet echt anders. Dat moet eerlijker en fatsoenlijker. 

Ik wil dat iedereen zeker moet kunnen zijn van een onbezorgde oude dag. Op een fijne manier oud worden, dat is een zekerheid waar iedere Nederlander op moet kunnen bouwen. Daar zet ik mij voor in. Dit is mijn plan voor al die mensen die willen genieten van een onbezorgde oude dag:

 Verhoog de AOW met ruim 10%;

 Snellere indexatie van pensioenen;

 Geen onnodige pensioenkortingen;

 Behoud solidariteit en risicodeling in ons collectief pensioenstelsel;

 1 miljard euro om eerder stoppen met werken voor zwaar werk.

Een volgend kabinet moet meer doen voor ouderen in Nederland. Met dit plan zorgen we voor een eerlijk en fatsoenlijk pensioenstelsel. Het moet echt socialer.