Tweede Kamer verlangt een meerjarige nationale strategie voor mensen met een beperking
Uit onvrede met zoals het nu gaat, heeft de Tweede Kamer zich vandaag uitgesproken vóór het ontwikkelen door het kabinet van “een meerjarige nationale strategie voor mensen met een handicap en in de strategie vast te leggen bij wie deze het beste bestuurlijk geborgd kan worden”. De motie waarin deze uitspraak van de Tweede Kamer is verwoord, was ingediend door de Kamerleden Lucille Werner (CDA), Mohammed Mohandis (PvdA) en Lisa Westerveld (GroenLinks).
In 2016 is het ‘VN-verdrag voor de Rechten van personen met een handicap’ door het Nederlandse parlement aanvaard. Dit verdrag bepaalt dat de overheid er voor moet zorgen dat mensen met een beperking dezelfde rechten hebben als mensen zonder beperking en dat ze op gelijke voet mee kunnen doen aan de samenleving.
Het vorige kabinet had een programma op stapel gezet om te komen tot een toegankelijker samenleving. Er zijn wel vorderingen gemaakt, maar over het geheel genomen verliep het te traag en te stroef. De motie, die vandaag is aangenomen, noemt één van de oorzaken, namelijk dat de wet- en regelgeving en de uitvoeringspraktijk verdeeld zijn over diverse ministeries en bestuurslagen (rijk en gemeenten).
Het is – volgens de indieners van de motie – nodig om “niet-passende wet- en regelgeving te wijzigen en de uitvoeringspraktijk te verbeteren. Om zo de achterstelling en uitsluiting van mensen met een beperking op vele levensterreinen op te heffen.” Daarom wil de Tweede Kamer nu dat het kabinet een meerjarige strategie met beleidsagenda ontwikkelt.
Het wordt nu afwachten hoe het kabinet hier gevolg aan geeft, want de eerstverantwoordelijke minister ontraadde de motie.
De betreffende motie met nummer 36 200 XVI, nr. 70 is hier te downloaden