Door Redactie op 24 november 2015

Onze brief aan de Nationale Ombudsman

De Nationale Ombudsman bereidt volgens krantenberichten een onderzoek voor naar de gevolgen van de digitalisering van het verkeer tussen Belastingdienst en burgers. Wij juichen een onderzoek toe en schreven de Nationale Ombudsman het volgende:

De berichten over de digitalisering van het verkeer tussen Belastingdienst en burger (“het verdwijnen van de blauwe envelop”) en de afschaffing van de acceptgiro per 1 januari 2019 baren ons zorgen.
Voor burgers, die niet vaardig zijn in het omgaan met internet en die hun zaken graag in eigen hand houden, betekent dit een grote achteruitgang.
Wij hebben gelezen dat u een onderzoek voorbereidt naar de gevolgen van de digitalisering van het verkeer tussen Belastingdienst en burger. Wij juichen dit toe en willen u graag het volgende onder uw aandacht brengen

Vooropgesteld: ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden moeten we niet tegen willen houden, maar we moeten open staan voor het nadelige effect daarvan voor sommigen in de samenleving. Voor hen moeten maatregelen worden getroffen die het probleem verzacht.

Wij ervaren dat veel mensen moeite hebben om die “nieuwe tijd”  bij te houden en die tegen hun zin met de stroom mee moeten. Voor hen die dat niet zelfstandig lukt moet worden teruggevallen op familie, vrienden of buren in de vorm van mantelzorg.

Wat bankzaken betreft heeft de samenleving al het nodige ingeleverd door het aantal vestigingspunten drastisch terug te laten brengen. Anderen, zoals familie, vrienden en buren moeten nu voor iemand pinnen als hij of zij het zelf niet meer kan dan wel het pin automaat niet meer kan bereiken.
Uit  publicaties weten we ook dat er dan regelmatig meer geld wordt gepind dan gevraagd en afgedragen aan degene die het zelf niet kan. Met andere woorden: de zelfredzaamheid, het beheer over de eigen financiën en de regie houden op je eigen leven komen in het gedrang. Het afschaffen van een acceptgirokaart maakt onderdeel uit van dat proces en versnelt dat zelfs. Voor veel ouderen is de acceptgirokaart de enige manier om geld over  te maken.
Dat een commerciële instelling zoals  banken streeft naar de meeste doelmatigheid is nog te begrijpen, maar niet goed te keuren.

Dat overheidsinstellingen, zoals de Belastingdienst systemen gaan invoeren die niet voor een ieder zomaar toegankelijk zijn en die mensen afhankelijk maken van derden, raakt in onze ogen de zorgplicht die de overheid jegens haar inwoners heeft. Hier wordt geredeneerd vanuit de organisaties en niet vanuit de burger of zo men wil, de klant. Deze trend staat haaks op ander overheidsbeleid dat zegt te streven naar een zo lang mogelijke zelfredzaamheid van mensen.

Wij maken hier een punt van omdat er in Drenthe nog veel ouderen zijn die zelfs niet de beschikking hebben over een computer en een mailadres en die ook niet meer willen hebben. Anderen kunnen vanwege een beperking hoe dan ook geen computer bedienen. Heel concreet: wij merken dat wanneer wij in contact willen komen met de oudere leden van de PvdA in Drenthe.

Naar algemeen wordt aangenomen zal Nederland binnenkort het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een handicap ratificeren. Dat verdrag houdt in dat mensen met een beperking dezelfde rechten en kansen moeten krijgen als mensen zonder handicap. De digitalisering van het verkeer tussen Belastingdienst en burgers kan voor sommige mensen met een handicap zeer welkom zijn, maar voor anderen juist niet. Mensen hechten in het algemeen sterk aan zelfredzaamheid, eigen regie en zeker ook het eigen beheer van hun financiën. De voornemens van de Belastingdienst en de banken maken een deel van de mensen echter juist afhankelijker.

De overheid streeft eveneens  naar maatwerk. Wij zouden graag zien dat dit streven in veel ruimere mate dan nu is voorgenomen toegepast wordt op de digitalisering bij de Belastingdienst en de voorgenomen verdwijning van de acceptgiro.

Met deze brief aan u willen wij het belang onderstrepen om primair uit te gaan van de mogelijkheden van mensen. Ons pleidooi is om dit ook doorslaggevend te laten zijn in het onderzoek dat u voorbereidt.